Wanneer een patient op consult gaat bij een neuschirurg, zal deze niet alleen kijken naar de buiten- en binnenkant, maar ook de neus onderzoeken(palperen) met zijn hand. Op deze manier kan hij een indruk krijgen van de grootte van de neusbeentjes, de stevigheid van de neuspunt en heel belangrijk de dikte van de huid (soft tissue envelope).
Dat laatste is vooral van belang voor het esthetische resultaat van een neusoperatie. In tegenstelling tot een patient met een dikke huid, is er bij een dunne huid meer subtiele verfijning te bewerkstelligen van de neusrug en de neuspunt. Maar tegelijkertijd kunnen kleine onregelmatigheden(na de operatie) gemakkelijk door de dunne huid zichtbaar worden.
Een dikke huid camoufleert eventuele onregelmatigheden, maar maakt tegelijkertijd subtiele veranderingen aan het kraakbenig neusskelet minder zichtbaar.
Een ervaren chirurg houdt daar rekening mee, door bij een neus met een dikke huid, in plaats van kraakbeen te verwijderen, juist extra kraakbeen toe te voegen voor een mooiere en scherpere contour.
© 2007-2024 Uitgever: Prof. Dr. Gilbert Nolst Trenité. All rights reserved.